Het doel van de lessen is :
4• Ontwikkeling ritme en lengtegevoel.
5• Ontwikkeling van het gehoor.
Dit oogt als een hele hoop verschillende onderwerpen waaraan gewerkt moet worden,
maar in werkelijkheid horen ze allemaal bij elkaar. Bijvoorbeeld als je een stuk van blad speelt ben je niet alleen bezig met noten lezen maar ook met de plaatsing van de noot in de tel en met de lengte van de noot, ook luister je naar de melodie. Aan de hand van waar in de les aan gewerkt wordt komen de onderwerpen ter sprake.
Korte toelichting:
1.Techniek noem ik als nummer een omdat dit de basis van het saxofoonspelen is. Voordat er gespeeld kan worden is het nodig te leren de vingers op de juiste plek te zetten en geluid te produceren. Dit is meestal in een paar minuten geleerd. Het echte werk komt daarna. Ontwikkeling van de toon, embouchure, aanzetten van de toon, ademsteun etc.
Men denkt over het algemeen dat techniek voornamelijk een motorische bezigheid is, maar eigenlijk is het meer een denksport je denkt en visualiseert wat je speelt.
2. Improvisatie noem ik als tweede omdat dit voor mij het meest interessante aspect van muziekmaken is.
Bij de term improviseren denkt iedereen meteen aan goddelijke inspiratie, je speelt wat er in je opkomt. Niets is minder waar! Improvisatie is het op een creatieve manier omgaan met ritmisch en melodisch-harmonisch materiaal binnen een bepaald genre.
3. Van bladlezen is voor de beginner een goede manier om de saxofoon te leren kennen en kennis op te doen over maat, ritme, techniek, melodie, theorie en improvisatie.
4. Ontwikkeling van het ritmegevoel is noodzakelijk om de noten op de juiste plek en met de juiste "feel" in de tel te plaatsen. Met "feel" bedoel ik genre. In de Jazz wordt er swing gespeeld in de funk recht.
Ontwikkeling van het lengtegevoel is voornamelijk belangrijk tijdens het improviseren, hoe lang duurt het voordat de bridge komt?
5. Luisteren is per definitie het belangrijkste punt als muzikant. Is wat je speelt zuiver? Speel je de juiste noten? Klopt het ritme ? Dit zijn allemaal dingen die je alleen onder de knie kan krijgen door te luisteren naar jezelf en naar wat er om je heen gebeurd.
6.Theoretische kennis.
Deze noem ik als laatste omdat theorie eigenlijk in alle gevallen mosterd na de maaltijd is. In het begin leer je de theorie door te doen. Bijvoorbeeld: Door van blad te lezen leer je de tonen op het papier te vertalen naar je instrument. Later wordt het meer een wisselwerking van theorie en praktijk.